Onderwerpen
Releases
Met de release van Intramed 9.41 zijn er veranderingen doorgevoerd zoals een nieuwe Intramed logo en aanpassingen rondom de nieuwe...
Met de 9.41 release zijn er een aantal algemene verbeteringen doorgevoerd op basis van de feedback die we hebben ontvangen....

Boekhouding: controleer ingestelde grootboekrekeningen

Op diverse plaatsen van het programma zijn standaard al een aantal grootboekrekeningnummers ingevuld omdat van die nummers op bepaalde momenten (zoals declareren en crediteren) gebruik wordt gemaakt. Als deze grootboekrekeningnummers niet zijn ingevuld dan kun je bepaalde handelingen zoals declareren en crediteren, niet uitvoeren. Daarom vind je o deze pagina alle zaken die je moet controleren. 

In de vorige stap heb je het grootboekrekeningschema aangepast. Meer informatie daarover vind je hier >>> 

Je vindt deze instellingen onder systeemgegevens tabblad 4. Financieel

  1. Je hebt het scherm “Systeemgegevens” nog open staan OF
    open het scherm opnieuw menu [Systeem], [Organisatie], [Systeemgegevens].
  2. Klik op tabblad “4. Financieel”.
  3. Vul de velden in.
  4. Bewaar de gegevens (“F5” of ).

Op dit tabblad vul je de grootboekrekeningnummers in, die in de boekhouding gebruikt gaan worden. Bij oplevering van het programma wordt een standaard rekeningschema meegeleverd. Je kunt hier van afwijken (in overleg met je boekhouder / accountant).
Ook al houd je zelf niet actief de boekhouding bij, dan moeten hier toch (bijna) alle grootboekrekeningen ingevuld worden.

  1. Vul de velden in de rubriek “Rekeningen”; voor zover van toepassing. 

    Veld

    Omschrijving

    Boeken mogelijk vanaf:

    Standaard wordt 1 januari van het lopende boekjaar ingevuld. Je kunt dit wijzigen.

    Typ de datum in of gebruik de kalender via .

      De datum kan niet in of voor een afgesloten boekjaar liggen; in dat geval krijg je een foutmelding.

      Tijdens de jaarafsluiting wordt het veld “Boeken mogelijk vanaf:” ingesteld op 1 januari van het nieuwe boekjaar.

  2. Vul de velden in de rubriek “Rekeningen”; voor zover van toepassing. 
      Druk op “TAB”; je gaat naar het volgende veld. Druk op “Shift” + “TAB”; je gaat naar het vorige veld.
  3. In de velden kies je per type rekening een grootboekrekeningnummer.

    Klik op  en dubbelklik op het rekeningnummer.

    Druk op “TAB”; je gaat naar het volgende veld. Druk op “Shift” + “TAB”; je gaat naar het vorige veld.

     

    Het selectiescherm “Selecteren Grootboekrekening” wordt steeds gefilterd op rekeningnummers, die bij het type rekening beschikbaar zijn.
    Door onder in dit scherm het filter “actief (niet geblokkeerd)” aan te vinken, zie je alleen de beschikbare grootboekrekeningen.
    Je kunt hier een item toevoegen (ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg). 

  4. In de rubriek “Kostenplaatsen” kies je per type kostenplaats specifiek nummer.
    Klik op  en dubbelklik op de kostenplaats.
  5. Bewaar de gegevens (“F5” of ).

Deze instellingen vind je onder medewerker tabblad 3. Instellingen.

  1. Je hebt het scherm “Medewerkers” nog open staan of open het scherm opnieuw via menu [Systeem], [Organisatie], [Medewerkers].
  2. Dubbelklik op een medewerker, tabblad “3. Instellingen”.
  3. Vul de velden in.
  4. Bewaar de gegevens (“F5” of ).

Op dit tabblad vul je verschillende zaken in, die later in Intramed gebruikt zullen worden bij behandelseries, behandelepisodes en salariëring.

  1. Vul de velden in de rubriek “Vensters openen na aanmelden” in.

    Veld

    Omschrijving

    Startvenster:

    Vink aan welke schermen je automatisch wil laten openen nadat je Intramed hebt opgestart. Via de pijlen aan de rechterkant kun je de volgorde van de startschermen wijzigen. Het bovenste scherm is als eerste zichtbaar na aanmelden en ligt dus ‘bovenop’ de andere schermen. 

  2. Vul de velden in de rubriek “Algemeen” in.

    Veld

    Omschrijving

    Automatisch persoonsgegevens ophalen

    Vink dit aan als je wilt, dat bij het plannen van een afspraak in de wizard in de agenda / via [Bestand], [Afspraak inplannen] automatisch de persoonsgegevens uit de BRP (Basisregistratie Personen) worden opgehaald..

     Hier heb je UZI-middelen voor nodig.Voor meer informatie, ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg.

    Automatisch COV uitvoeren bij afspraak inplannen

    Vink dit aan als je wilt, dat bij het plannen van een afspraak in de wizard in de agenda / via [Bestand], [Afspraak inplannen] automatisch de COV wordt uitgevoerd.

     Hier heb je een VECOZO-certificaat voor nodig.

    Behandelplanvragenlijsten automatisch inplannen voor online aanbieden

    Vink deze optie aan als je de vragenlijsten uit de behandelplantabel automatisch wil laten versturen.

     Dit gaat alleen over de vragenlijsten die in de behandelplantabel staan. De online vragenlijsten die aan andere formulieren toegevoegd zijn (bijvoorbeeld de Intake), kun je zelf op elk gewenst moment online versturen.  

     Op tabblad “3. Bijzonderheden” van de patiëntgegevens kun je per patiënt aangeven of er überhaupt online vragenlijsten verstuurd moeten worden.  

  3. Vul de velden in de rubriek “Percentages vergoed” in.

    Veld

    Omschrijving

    Percentages berekenen over:

    Klik op  en kies:

    • “Vast bedrag per behandelcode”: er wordt gerekend met het bedrag, dat je in de kolom “Vergoeding” bij een verrichtingcode uit een codelijst ingevoerd hebt.
    • “Behandelprijs”: er wordt gerekend met het bedrag , dat in een behandeling als behandelprijs is opgenomen.

      Dit kan een contract-prijs zijn of een praktijk-tarief.

    Percentage vergoed:

    Typ het percentage van het vaste bedrag per behandelcode / de behandelprijs in, dat aan de medewerker per behandeling vergoed wordt.

     Intramed gebruikt deze percentages als je een vergoedingenoverzicht afdrukt voor deze medewerker.

    Percentage vergoed bij waarneming:

    Typ het percentage van het vaste bedrag per behandelcode / de behandelprijs in, dat aan de medewerker die een ander vervangt per behandeling vergoed wordt.

    Intramed gebruikt deze percentages als je een vervangersafrekening afdrukt voor deze medewerker.

  4. Vul de velden in de rubriek “Grootboekrekeningen” in.

    Veld

    Omschrijving

    Rekening eigen vermogen:

    Klik op  en dubbelklik op het rekeningnummer. Het grootboeknummer dat je instelt wordt gebruikt bij de jaarafsluiting. 

     Het selectiescherm “Selecteren Grootboekrekening” wordt steeds gefilterd op rekeningnummers, die bij het type rekening beschikbaar zijn. Door onder in dit scherm het filter “actief (niet geblokkeerd)” aan te vinken, zie je alleen de beschikbare grootboekrekeningen.

    D-Pay kostenrekening:

    Als je D-Pay gebruikt, klik op  en dubbelklik op het rekeningnummer.

     Het selectiescherm “Selecteren Grootboekrekening” wordt steeds gefilterd op rekeningnummers, die bij het type rekening beschikbaar zijn. Door onder in dit scherm het filter “actief (niet geblokkeerd)” aan te vinken, zie je alleen de beschikbare grootboekrekeningen.

  5. Vul de velden in de rubriek “Kostenplaatsen voor” in.

    Veld

    Omschrijving

    Omzet uitbehandelingen:

    Klik op  en dubbelklik op de kostenplaats. De omzet van uitbehandelingen van de medewerker wordt op de gekozen kostenplaats geboekt.

    Omzet afwijkende declaratietrajecten:

    Klik op  en dubbelklik op de kostenplaats. De omzet van afwijkende declaratietrajecten wordt op de gekozen kostenplaats geboekt, als de medewerker de behandelaar op de bijbehorende behandelserie is. 

    Omzet verkopen:

    Klik op  en dubbelklik op de kostenplaats. De omzet van verkopen wordt op de gekozen kostenplaats geboekt, als de medewerker de verkoper is. 

  6. Vul de rubriek “Signaleren:” in.

    Veld

    Omschrijving

    Velden “Signaleren:”; Patiëntportaal acties:

    Als je de optie aanvinkt, krijg je een melding als er online inschrijvingen en/of aanvragen van patiënten om hun dossier in te zien zijn voor deze medewerker. Dit zie je in de menubalk bij het icoon “Patiëntportaal notificaties bekijken”.

    .

    Velden “Signaleren:”; Geen vervolgafspraak

    Vink deze optie aan als je een melding wil krijgen als de patiënt nog geen volgende afspraak heeft op de (vervolg)behandelserie. De patiëntnaam krijgt dan een attentiekleur in de agenda. Ook wordt aan de rechterkant van het scherm de melding “Geen vervolgafspraak gepland” getoond.

    Velden “Signaleren:”; Sessiejournaal niet ingevuld

    Als je deze optie aanvinkt, krijg je een melding in de agenda als je het bijbehorende sessiejournaal niet (volledig) hebt ingevuld.

  7. Bewaar de gegevens (“F5” of ).

Deze instellingen vind je onder Codelijst tabblad 1. Algemeen

  1. Klik op menu [Systeem], [Tabellen], [Codelijsten] en dubbelklik op de codelijst.
  2. Vul de velden in.
  3. Bewaar de gegevens (“F5” of ).

Op tabblad “1. Algemeen” vul je de algemene instellingen van de codelijst in.

  1. Vul de velden in.

    Veld

    Omschrijving

    Lijstnr.:

    Als je de gegevens bewaart, wordt dit nummer automatisch ingevuld.

    Actief:

    Standaard is “Ja” ingevuld; wijzig dit zo nodig. Klik op  en klik op een mogelijkheid.

    Omschrijving:

    Typ een omschrijving van de codelijst in, bijvoorbeeld “Logopedie” of “Niet-nagekomen afspraak”.

    Soort:

    Klik op  en klik op een mogelijkheid.

    • Zittingen: zittingen worden altijd voor het budget / de ruimte (voor totaal aantal of totale duur van behandelingen) meegeteld. Er loopt dus een “tellertje” mee.
    • Zorgproducten: er zijn 1 of meerdere producten aan de codelijst gekoppeld met elk hun declaratietraject. In eerste instantie is deze mogelijkheid toegevoegd voor de GGZ. Als je deze optie kiest, is tabblad “4. Producten” beschikbaar.
    • Overige diensten: deze worden nooit meegeteld met het budget / de ruimte. Deze diensten worden ook altijd bij de patiënt of instelling via een nota gedeclareerd.

    Soort codes:

    Dit veld is alleen beschikbaar als je bij het veld “Soort:” hebt gekozen voor “Zittingen”.

    Klik op  en klik op een mogelijkheid.

    • Prestatiecodes: dit zijn codes zoals ze door Vektis zijn geïntroduceerd. Alleen deze codes kunnen elektronisch gedeclareerd worden bij zorgverzekeraars.
    • Verrichtingcodes: dit zijn codes die niet bij de zorgverzekeraar gedeclareerd kunnen worden, maar wel voor het budget / de ruimte meetellen. Deze verrichtingen worden altijd bij de patiënt of instelling middels een nota gedeclareerd.

    Soort prestatiecodelijst:

    Dit veld is alleen beschikbaar als je bij het veld “Soort codes:” hebt gekozen voor “Prestatiecodes:”.

    Klik op  en klik op een mogelijkheid.

    • Prestatiecodes paramedische hulp: dit zijn codes uit een standaardlijst die landelijk gebruikt wordt.
    • Bilaterale codes: dit zijn codes die zijn afgesproken tussen de therapeut en de zorgverzekeraar. Voor andere verzekeraars zullen de codes geen betekenis hebben. 
    • Medisch specialistische zorg: dit zijn codes voor DBC’s en ziekenhuiszorg. Speciaal voor Revalidatie- en Sportgeneeskunde en Overige medisch specialistische zorg.
    • De overige opties zijn speciaal voor psychologie, psychotherapie en verloskundigen.
    • De code “Jeugdhulp” kies je, als je jeugdGGZ verleent en een speciale codelijst aanmaakt voor gemeenten, die met de jw303 declaratie standaard werken.

    Productcategorie:

    Dit veld is alleen beschikbaar als je bij het veld “Soort prestatiecodelijst:” hebt gekozen voor “Jeugdhulp”.

    Klik op  en klik op een mogelijkheid.

    • Zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder (categorie 32).
    • Zonder verblijf: daghulp op locatie van de aanbieder (categorie 33).
    • Zonder verblijf: jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige (categorie 34).
    • Jeugdhulp ambulant (categorie 45).
    • Maatwerkarrangementen Jeugdwet (categorie (50).
    • Generalistische Basis GGZ (categorie 51).
    • Specialistische GGZ (categorie 52).

    Alternatieve codes toestaan:

    Vink deze optie aan, om aan te geven of er gebruik gemaakt moet worden van alternatieve codes (voornamelijk van toepassing bij instellingen).

    In de verrichtingcode is dan het veld “Alternatieve declaratiecode:” beschikbaar. Hier kun je de declaratiecode instellen. Voor meer informatie, ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg.
    Vervolgens kun je instellen in welke contracten deze afwijkende declaratiecodes van toepassing zijn. Voor meer informatie, ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg.

    Alternatieve soort prestatiecodelijst:

    Dit veld is alleen beschikbaar als je het veld “Alternatieve codes toestaan:” hebt aangevinkt.

    Klik op  en klik op een prestatiecodelijst voor de alternatieve codes. Deze prestatiecodelijst wordt dus alleen gebruikt voor de alternatieve declaratiecode(s) die je in de verrichtingcode(s) hebt ingesteld / gaat instellen.

    Gebruikte declaratiestandaard:

    Dit veld is alleen wijzigbaar als je bij het veld “Soort prestatiecodelijst:” hebt gekozen voor “Bilaterale codes”.

    Klik op  en klik op een declaratiestandaard voor de verleende zorg: “Paramedische hulp”, “Verloskundige hulp”, “Psychotherapie/Psychiatrie”, “Eerstelijns psychologen” of “Geestelijke gezondheidszorg”.

    Gebaseerd op:

    Klik op  en klik op aantal behandelingen of op de duur van behandelingen. Dus of het tarief geldt per behandeling, of per tijdseenheid.  

    Omzetrekening:

    Klik op  en dubbelklik op een omzetrekening waar de ontvangsten geboekt moeten worden.
    Als je niets invult wordt de omzetrekening gebruikt, die is ingevuld bij de systeemgegevens.

    Btw:

    Klik op  en klik op welk btw-percentage geldt: geen, laag of hoog.

    Nooit via servicebureau:

    Vink dit aan, als je de declaraties niet naar een servicebureau wil sturen, ook al is in de systeem- of medewerkergegevens aangegeven dat er gedeclareerd wordt via een servicebureau.

     Werk je met D-Pay, dan geldt dit filter ook daarvoor:

    Als de behandelingen / declaratiemomenten niet meegaan met dinnen, declareer je ze via de gewone route [Financieel], [Declaraties], [Opbouwen verzamelstaat] of [Financieel], [Declaraties], [Opbouwen nota’s].

  2. Bewaar de gegevens (“F5” of  ).
Artikel toevoegen of wijzigen
  1. Klik op menu [Systeem], [Tabellen], [Artikelen] en dubbelklik op een bestaand artikel of klik op  om een nieuw artikel toe te voegen.
  2. Vul de velden in; voor zover van toepassing.
  3. Bewaar de gegevens (“F5” of ).

Je kunt ook artikelen toevoegen via de patiëntgegevens, tabblad “8. Verkoop”, klik in de kolom “Artikel” op  en klik in het scherm “Selecteren Artikel” op .

Dit kan ook bij verzekeraars op tabblad “6. Verkoop” en bij Instellingen op tabblad “5. Verkoop”.

In dit scherm leg je de artikelen vast die je wil verkopen aan patiënten / instellingen. Naderhand kun je de gegevens van artikelen wijzigen, zoals de prijs of het artikelnummer.

  1. Vul de velden in; voor zover van toepassing.

    Veld

    Omschrijving

    Artikelnr:

    Dit is het artikelknummer binnen Intramed. Bewaar de gegevens en dit nummer wordt automatisch ingevuld. Zelf een nummer instellen is niet mogelijk.

    Actief:

    Klik op  en kies of het artikel actief is.

    Korte omschrijving:

    Typ een korte omschrijving van het artikel in. Je hebt hier ruimte voor 40 tekens.

     Deze tekst wordt ook getoond op de nota als het veld “Omschrijving”.

    Btw%:

    Klik op  en klik op een mogelijkheid.

     Btw-percentages stel je bij de systeemgegevens, tabblad “1. Algemeen” in.Voor meer informatie, ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg.

    Artikelgroep:

    Klik op  en dubbelklik op een mogelijkheid. In het veld daarachter wordt de naam van artikelgroep getoond.

     Je kunt hier een item toevoegen (ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg). 

    Leverancier:

    Klik op  en dubbelklik op een mogelijkheid. In het veld daarachter wordt de naam van leverancier getoond.

     Je kunt hier een item toevoegen (ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg). 

    Artikelcode leverancier:

    Typ de artikelcode in, die de leverancier aan het artikel gegeven heeft. Je hebt hier ruimte voor 12 tekens.

    Inkoopprijs:

    Typ de inkoopprijs (catalogusprijs met of zonder korting van de leverancier) van het artikel in.

    Omschrijving:

    Typ een uitgebreide omschrijving van het artikel in. Als je meer regels typt dan er in dit veld getoond kunnen worden, zie je aan de rechterkant een schuifbalk.

  2. Vul de kolommen in de rubriek “Prijzen:”in. Hier vul je jouw verkoopprijzen in.

    Kolom

    Omschrijving

    Vanaf datum:

    Typ de datum in of gebruik de kalender via .

    Prijs:

    Typ jouw verkoopprijs in.

    Prijs Incl./excl. btw:

    Klik op  en klik op een mogelijkheid.

    Als de verkoopprijs na berekening van de btw op een vreemd bedrag uitkomt (bijvoorbeeld € 35,01 of € 34,99), kun je dit bedrag afronden. Je typt dan in de kolom “Prijs” €35,00 en kiest in deze kolom voor “Inclusief”.

  3. Bewaar de gegevens (“F5” of ).
  1. Klik op menu [Systeem], [Tabellen], [Artikelen] en dubbelklik op een bestaand artikel of klik op  om een nieuw artikel toe te voegen.
  2. Vul de velden in; voor zover van toepassing.
  3. Bewaar de gegevens (“F5” of ).

Je kunt ook artikelen toevoegen via de patiëntgegevens, tabblad “8. Verkoop”, klik in de kolom “Artikel” op  en klik in het scherm “Selecteren Artikel” op .

Dit kan ook bij verzekeraars op tabblad “6. Verkoop” en bij Instellingen op tabblad “5. Verkoop”.

In dit scherm leg je de artikelen vast die je wil verkopen aan patiënten / instellingen. Naderhand kun je de gegevens van artikelen wijzigen, zoals de prijs of het artikelnummer.

  1. Vul de velden in; voor zover van toepassing.

    Veld

    Omschrijving

    Artikelnr:

    Dit is het artikelknummer binnen Intramed. Bewaar de gegevens en dit nummer wordt automatisch ingevuld. Zelf een nummer instellen is niet mogelijk.

    Actief:

    Klik op  en kies of het artikel actief is.

    Korte omschrijving:

    Typ een korte omschrijving van het artikel in. Je hebt hier ruimte voor 40 tekens.

     Deze tekst wordt ook getoond op de nota als het veld “Omschrijving”.

    Btw%:

    Klik op  en klik op een mogelijkheid.

     Btw-percentages stel je bij de systeemgegevens, tabblad “1. Algemeen” in.Voor meer informatie, ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg.

    Artikelgroep:

    Klik op  en dubbelklik op een mogelijkheid. In het veld daarachter wordt de naam van artikelgroep getoond.

     Je kunt hier een item toevoegen (ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg). 

    Leverancier:

    Klik op  en dubbelklik op een mogelijkheid. In het veld daarachter wordt de naam van leverancier getoond.

     Je kunt hier een item toevoegen (ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg). 

    Artikelcode leverancier:

    Typ de artikelcode in, die de leverancier aan het artikel gegeven heeft. Je hebt hier ruimte voor 12 tekens.

    Inkoopprijs:

    Typ de inkoopprijs (catalogusprijs met of zonder korting van de leverancier) van het artikel in.

    Omschrijving:

    Typ een uitgebreide omschrijving van het artikel in. Als je meer regels typt dan er in dit veld getoond kunnen worden, zie je aan de rechterkant een schuifbalk.

  2. Vul de kolommen in de rubriek “Prijzen:”in. Hier vul je jouw verkoopprijzen in.

    Kolom

    Omschrijving

    Vanaf datum:

    Typ de datum in of gebruik de kalender via .

    Prijs:

    Typ jouw verkoopprijs in.

    Prijs Incl./excl. btw:

    Klik op  en klik op een mogelijkheid.

    Als de verkoopprijs na berekening van de btw op een vreemd bedrag uitkomt (bijvoorbeeld € 35,01 of € 34,99), kun je dit bedrag afronden. Je typt dan in de kolom “Prijs” €35,00 en kiest in deze kolom voor “Inclusief”.

  3. Bewaar de gegevens (“F5” of ).

Deze instellingen vind je op Verzekeraargegevens tabblad 1. Algemeen

  1. Je hebt het scherm “Verzekeraar” nog open staan op tabblad “1. Algemeen”, OF open het scherm opnieuw via menu [Bestand], [Verzekeraars] en dubbelklik op de verzekeraar / gemeente.
  2. Vul de velden in.
  3. Bewaar de gegevens (“F5” of  ).

In dit scherm vul je algemene informatie over de verzekeraar / gemeente in.

  1. Vul de velden in de rubriek “Algemeen” in.

    Veld

    Omschrijving

    Verzekeraarnr.:

    Dit nummer wordt automatisch aangemaakt als je de verzekeraar bewaart.

    Soort:

    Dit veld zie je alleen alleen als er in de administratie een GGZ-codelijst aanwezig is.

    Omdat je gaat declareren naar gemeenten, moeten deze in Intramed ingevoerd worden als debiteurs. Deze gemeenten hebben dezelfde (declaratie-)mogelijkheden nodig als verzekeraars. Vandaar, dat je gemeenten toevoegt aan de lijst “Verzekeraars”. met het veld “Soort” geef je aan, of het om een verzekeraar gaat of om een gemeente.

    Klik op  en kies of je een verzekeraar of een gemeente toevoegt. 

    Bij verzekeraars, die echt verzekeraars zijn, vul je op de volgende regel de UZOVI en de naam van de verzekeraar in.

    Bij gemeenten die optreden als verzekeraars, vul je op de volgende regel de gemeentecode en -naam in.

    Actief:

    Klik op  en kies of de verzekeraar actief is.

    Uzovi:

    Klik op  en dubbelklik op de UZOVI-code van de verzekeraar.  

     

    In dit selectiescherm kun je zelf geen nieuwe UZOVI-codes toevoegen. De UZOVI-tabel wordt door Intramed actueel gehouden. In de releasenotes bij een nieuwe versie van Intramed wordt aangegeven, of de tabel met UZOVI-codes bij installatie wordt geactualiseerd.

    Gemeentecode:

    Dit veld zie je alleen alleen als het om een gemeente als verzekeraar gaat.

    Klik op  en dubbelklik op de gemeente.  

     In dit selectiescherm kun je zelf geen nieuwe gemeentecodes toevoegen. De gemeentecodes-tabel wordt doorIntramedactueel gehouden. In de releasenotes bij een nieuwe versie vanIntramed wordt aangegeven, of de tabel met gemeentecodes bij installatie wordt geactualiseerd.

    Naam concern:

    Hier zie je de naam van het inkoopconcern waar de verzekeraar bij hoort. Dit veld wordt automatisch ingevuld aan de hand van de UZOVI-tabel.

  2. Vul de velden in de rubriek “Declaratie instellingen” in.

    Veld

    Omschrijving

    Declaraties via Uzovi:

    Als je een afwijkende UZOVI-code wilt gebruiken tijdens het declareren (op aanwijzing van de verzekeraar), kun je dat hier instellen. Klik op  en dubbelklik op de afwijkende UZOVI-code van de verzekeraar.

    Declaratie naar:

    Klik op  en kies of de declaratie naar de verzekeraar/gemeente of naar de patiënt gestuurd moet worden. 

    • Patiënt: de patiënt krijgt een nota die bij de verzekeraar gedeclareerd kan worden.
    • Verzekeraar: je stuurt de declaratie direct naar de verzekeraar/gemeente.
     

    Als jeu kiest voor “Patiënt”, zijn alle overige velden niet zichtbaar.  

    Nooit via clearing:

    Dit vak is niet te zien als je bij “Declaratie naar:” hebt gekozen voor “Patiënt.

    Vink dit vakje aan wanneer je normaal gesproken via een servicebureau declareert, maar dat bij deze verzekeraar niet wilt. Bijvoorbeeld omdat het servicebureau (nog) geen contract heeft met de verzekeraar.

    Declaratiemethode:

    Klik op  en kies hoe je de declaratie wilt versturen naar de verzekeraar: 

    • Papier: de declaratie wordt als tekstdocument aangemaakt. Je kunt dit document vervolgens printen en opsturen.
    • Bestand: de declaratie wordt als bestand aangemaakt, dat je vervolgens naar de verzekeraar/gemeente kunt sturen.
    • Online: de declaratie wordt online verstuurd vanuit Intramed.
    • D-pay: de declaratie verloopt via D-pay.
    • Extramed: de declaratie verloopt via Extramed.

    Decl. Online dienst:

    Dit veld is alleen beschikbaar als je bij het veld “Declaratiemethode:” hebt gekozen voor “Online”.

    Klik op  en dubbelklik op de online dienst die je wilt gebruiken voor het versturen van de declaraties.  

      Voor gemeentes kies je hier de online dienst “Jeugdwet-berichten verzenden”.

    Declaratiefrequentie:

    Klik op  en kies hoe vaak je de declaratie wilt versturen naar de verzekeraar. (Bijvoorbeeld elke keer dat je declareert (“Elke declaratieronde”), of eens in de twee maanden.)

    Verzamelstaat per codelijst:

    Klik op  en klik op “Ja” als je per gebruikte codelijst een aparte declaratie wilt aanmaken.

    Instapmoment berichtenverkeer:

     Dit veld zie je alleen alleen als het om een gemeente als verzekeraar gaat.

    Tijdens de conversie naar Intramed 9.2 wordt bepaald welke datum daarin wordt gezet:

    • als de conversie voor 01-01-2018 wordt uitgevoerd, is 01-01-2018 het instapmoment.
    • als de conversie wordt uitgevoerd tussen 01-01-2018 en 01-04-2018 wordt 01-04-2018 ingesteld als instapmoment.
    • als de conversie wordt uitgevoerd na 01-04-2018 wordt 01-07-2018 ingesteld als instapmoment.
     

    De therapeut weet als geen ander welke gemeentes er klaar voor zijn en welke niet. Controleer na updaten en voor het versturen van een eerste bericht per gemeente wat het instapmoment moet zijn.
    Het instapmoment kan altijd door de therapeut die recht heeft om de verzekeraar te wijzigen, handmatig worden aangepast.

    JeugdGGZ berichtenverkeer vanuit Intramed naar gemeenten is pas weer mogelijk vanaf het gekozen instapmoment.

  3. Vul de velden in de rubriek “Invulling declaratie bestand (vektis)” in.

    Veld

    Omschrijving

    EI: Uitvoerder of behandelaar:

    Klik op  en kies of van de behandelaar in de behandelserie, of van de behandelaar in de behandeling de AGB-code wordt meegestuurd in de declaratie. 

    Bijvoorbeeld: er is een vervanger, maar deze persoon heeft nog geen AGB-code. De behandeling wordt op de naam van de vervanger uitgevoerd, en de behandelserie staat op de naam van de therapeut die vervangen wordt. Kies dan voor “Behandelaar (van behandelserie)”, anders wordt de declaratie afgekeurd omdat er geen AGB-code wordt meegestuurd.

    Rubriek Medium Risk:

    Dit veld is alleen beschikbaar als een “Soort prestatiecodelijst:” van het type “Verloskundige hulp” in de administratie aanwezig is.

    Geef aan of er sprake is van een verplaatste eerstelijns verloskundige zorg. Dit is onderdeel van de bilaterale afspraken met de verzekeraar.

    Inhoud rubriek 0614 bij instellingen:

    Dit veld is speciaal voor de GGZ. In het declaratiebestand kan rubriek 0614 op twee manieren ingevuld worden. Bij dit veld geef je aan hoe de rubriek in jouw geval ingevuld moet worden.

    • Standaard is “Instellings AGB-code” ingevuld. Rubriek “0614 Zorgverlenerscode behandeaar/uitvoerder” wordt in dat geval gevuld met de instellings AGB-code.
    • Als je kiest voor “AGB-code hoofdbehandelaar”, wordt de AGB-code van de therapeut uit de behandelserie ingevuld in rubriek 0614. Dit is ongeacht wat je hebt ingevuld bij het veld “Uitvoerder of behandelaar:”.  
  4. Vul de velden in de rubriek “Overige” in.

    Veld

    Omschrijving

    Debiteurenrekening:

    Dit is een verplicht veld.

    Klik op  en dubbelklik op de debiteurenrekening die je wilt gebruiken. Bij het declareren wordt een boeking gegenereerd waarbij deze rekening wordt gedebiteerd. Als je geen boekhouding doet in Intramed kun je een willekeurige debiteurenrekening kiezen.

    Verzamelstaat:

    Dit is een verplicht veld. Klik op  en dubbelklik op de lay-out die gebruikt moet worden als er gedeclareerd wordt per verzamelstaat (“Declaratie naar” = “Verzekeraar”). Als je niet op deze manier declareert, kiest je een willekeurig rapport.

  5. Bewaar de gegevens (“F5” of  )

 

Deze instellingen vind je onder Crediteur tabblad 1. Algemeen

  1. Klik op menu [Bestand], [Crediteuren] en dubbelklik op een crediteur.
  2. Vul de velden in; voor zover van toepassing.
  3. Bewaar de gegevens (“F5” of ).

In dit scherm registreer je de naw- en bankgegevens van de crediteur.

  1. Vul de velden in; voor zover van toepassing.

    Veld

    Omschrijving

    Crediteurnr:

    Bewaar de gegevens en dit nummer wordt automatisch met het eerstvolgende crediteurnummer ingevuld.

    Je kunt ook zelf een crediteurnummer invullen. Je kunt dan een nummer intypen, dat overeenkomt met het crediteurnummer uit een ander systeem.

    Klantnr:

    Typ jouw klantnummer bij deze crediteur in.

     Het klantnummer kan gebruikt worden in briefontwerpen.

    Naam:

    Typ de naam van de crediteur in.

     De naam kan gebruikt worden in sommige briefontwerpen, dus kies voor een duidelijke naam.

     Je kunt als je de naam aan het typen bent op het moment dat je een speciaal teken nodig hebt (zoals á, è of ö) dit invoegen. Klik op menu [Bewerken], [Speciale tekens] of druk op “CTRL”+ “T”.

    Crediteurenrekening: Klik op  en dubbelklik op een grootboekrekening.
    Postcode: Typ de postcode in (vier cijfers en twee letters). Er wordt automatisch een spatie tussen de cijfers en de letters gezet en de letters worden automatisch omgezet naar hoofdletters. Na het invullen wordt automatisch de bijbehorende plaatsnaam in het veld “Woonplaats” ingevuld.
    Huisnummer: Typ het huisnummer in.
    Straat: Typ de straatnaam in.
    Woonplaats: Typ de woonplaats in. Dit veld wordt automatisch ingevuld na het invullen van de postcode.
    Telefoon: Typ het telefoonnummer in.
    Het nummer kun je laten voorafgaan door een “+” (voor internationale nummers), scheiden door streepjes, ronde haken of spaties. Voor het complete nummer kun je maximaal 20 tekens gebruiken.
    Fax: Typ het faxnummer in.
    Het nummer kun je laten voorafgaan door een “+” (voor internationale nummers), scheiden door streepjes, ronde haken of spaties. Voor het complete nummer kun je maximaal 20 tekens gebruiken.
    Bankrekening:

    Typ het IBAN van de crediteur in.

    Zo nodig kun je via  van een bestaand bankrekeningnummer (of giro-rekeningnummer) het IBAN genereren.

    1. Klik op “Maak IBAN”.
    2. Intramed herkent om welke bank het gaat en haalt de benodigde gegevens op. Daarmee wordt het IBAN gegenereerd.
    3. Klik op “OK”.
    Homepage:

    Typ het URL (het internetadres) van de homepage van de crediteur in. Het internetadres moet altijd geschreven worden in de vorm “www…” of “http://…”.

     Als je op  achter het veld klikt, wordt de homepage direct in jouw standaard internetbrowser geopend.

    • Bewaar de gegevens (“F5” of )