Onderwerpen
Releases
Met de release van Intramed 9.41 zijn er veranderingen doorgevoerd zoals een nieuwe Intramed logo en aanpassingen rondom de nieuwe...
Met de 9.41 release zijn er een aantal algemene verbeteringen doorgevoerd op basis van de feedback die we hebben ontvangen....

Rapportages voor de accountant

Als je je eigen bankgegevens verwerkt, moet je aan het eind van het ene of aan het begin van het volgende jaar een aantal overzichten aan de accountant geven. Aan de hand daarvan bekijkt hij jouw financiële situatie.

We bekijken de volgende overzichten:

  • Balans en winst-en-verliesrekeningen;
  • Proef- en saldibalans;
  • Rekeningoverzicht;
  • Saldilijst debiteuren. 

Bij het veld “Balans per datum” vul je de datum in per wanneer je dit overzicht afgedrukt wilt hebben. Voor de accountant zal dit 31 december van een jaar zijn.

  1. Klik op menu [Rapporten], [Financieel], [Balans Verlies/winst].
  2. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  3. Stel zo nodig het filter in.
  4. Stel zo nodig het soort uitvoer in.
  5. Klik op “OK”; het rapport wordt afgedrukt zoals je bij de rubriek “Uitvoer” hebt ingesteld.
  6. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  7. Sluit het scherm (“ESC” of ).

Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens. 

Via dit rapport kun je er snel achter komen hoe je balans ervoor staat.

  1. Klik op menu [Rapporten], [Financieel], [Balans Verlies/winst].
  2. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  3. Stel zo nodig het filter in.

    Veld

    Omschrijving

    Balans per datum:Typ de datum in of gebruik de kalender via . De balans van de ingevulde datum wordt afgedrukt.
  4. Stel zo nodig het soort uitvoer in (zie onderaan deze uitleg).
  5. Klik op “OK”; het rapport wordt afgedrukt zoals je bij de rubriek “Uitvoer” hebt ingesteld.
  6. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  7. Sluit het scherm (“ESC” of )

De ingestelde filters en sortering kun je bewaren voor als je een rapport nogmaals wilt afdrukken.

  1. Je wilt via een rapportscherm een rapport printen.
  2. Stel de gewenste filters en sortering in.
  3. Klik bovenin het scherm op .
  4. Vul de velden in.

    Veld

    Omschrijving

    Geef een naam op waaronder u de instellingen wilt bewaren:Typ hier een naam in, waaronder deze rapportinstellingen moeten worden bewaard.
    Geef je een al bestaande naam op, dan wordt die instelling overschreven. Je krijgt nog wel eerst een bevestigingsvraag.
    Het rapport toegankelijk maken voor alle gebruikers.Kies voor deze optie als je wilt dat alle collega’s deze rapportinstellingen mogen gebruiken.
  5. Klik op “OK”.
 Klik op  om een bewaarde rapportinstelling uit de lijst te verwijderen.Je krijgt nog wel eerst een bevestigingsvraag.

 

Onderin een rapportscherm zie je de rubriek “Uitvoer”. Hierin stel je de wijze van printen en de te gebruiken printer in.

  1. Vink in de rubriek “Uitvoer” de velden aan; voor zover van toepassing. Je kunt meerdere mogelijkheden tegelijk aanvinken.


    Optie

    Omschrijving

    SchermHet rapport wordt op het beeldscherm getoond.
    PrinterHet rapport wordt naar de standaard printer gestuurd.
    Opmaken voor printerAls je voor deze optie kiest, worden de opmaakmogelijkheden van de printer gebruikt. Het rapport op je beeldscherm zal meestal minder mooi zijn, omdat de lettertypes van de printer andere tekenafstanden hebben dan de schermlettertypen. Het voordeel is echter dat je vanuit het rapport op het beeldscherm alsnog kunt kiezen om het rapport naar de printer te sturen.
    BestandHet rapport wordt als bestand opgeslagen op de locatie, die je via  achter het veld kiest.
  2. In de rubriek “Informatie” zie je, op welk papierformaat voor dit rapport staat ingesteld en welke printer geselecteerd is.
  3. Kies zo nodig een andere printer: klik op “Printer”.
  4. Vul de velden in de rubriek “Printer” in; voor zover van toepassing.

    Velden

    Omschrijving

    Naam:Selecteer zo nodig een andere printer.
    “Eigenschappen”Klik hierop als je bij de geselecteerde printer nog zaken als kleurendruk, papierkeuze, dubbelzijdig printen etc. wil instellen. Welke mogelijkheden je hebt, is afhankelijk van de geselecteerde printer.
    Naar bestandVink dit aan als je het rapport vanuit dit scherm als bestand wilt printen.
  5. Vul de velden in de rubriek “Afdrukbereik” en “Aantal” in; voor zover van toepassing.


    Veld

    Omschrijving

    AllesDit veld is standaard aangevinkt. Je kunt dit niet wijzigen.
    Aantal exemplaren:Typ hier het aantal exemplaren dat je wilt printen in.
    SorterenKies voor deze optie als je meerdere exemplaren wilt en de exemplaren alvast gesorteerd wilt hebben.
  6. Klik op “OK” om de instellingen te bewaren en het scherm te sluiten.
  1. Klik op menu [Rapporten], [Financieel], [Proef- en saldibalans…].
  2. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  3. Stel zo nodig filters in op tabblad “1. Opties” en “2. Grootboekrekeningen”.
  4. Stel zo nodig het soort uitvoer in.
  5. Klik op “OK”; het rapport wordt afgedrukt zoals je bij de rubriek “Uitvoer” hebt ingesteld.
  6. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  7. Sluit het scherm (“ESC” of ).

Als je inzicht wil krijgen in de geldstroom van een grootboekrekening kun je een overzicht van de proef- en saldibalans afdrukken. In dit overzicht wordt zowel het debet- als het creditbedrag weergegeven.

 Je kunt het overzicht ook afdrukken via menu [Financieel], [Boekhouding], [Grootboek], klik op “Printen”, “Proef- en saldibalans…”.
  1. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  2. Stel zo nodig filters in op tabblad “1. Opties”.

    Veld

    Omschrijving

    Vanaf datum:

    Typ de vanaf datum in of gebruik de kalender via . Vanaf deze datum wordt een overzicht geprint.

     Als je een datum buiten de periode (boekjaar tot nu) invult, kiestIntramed voor de eerste dag van het in het systeem geldende boekjaar als vanaf datum.

    T/m datum:

    Typ de tot en met datum in of gebruik de kalender via . T/m deze datum wordt een overzicht geprint.

     Als je een datum buiten de periode (boekjaar tot nu) invult, kiestIntramed voor de huidige datum als t/m datum.

  3. Klik op tabblad “2. Grootboekrekeningen”.
  4. Stel zo nodig een andere sortering in.

    Veld

    Omschrijving

    Sortering:Klik op   en kies een sorteermogelijkheid.
  5. Stel zo nodig het soort uitvoer in (zie onderaan deze uitleg).
  6. Klik op “OK”; het rapport wordt afgedrukt zoals je bij de rubriek “Uitvoer” hebt ingesteld.
  7. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  8. Sluit het scherm (“ESC” of )

Rapportinstellingen bewaren

De ingestelde filters en sortering kun je bewaren voor als je een rapport nogmaals wilt afdrukken.

  1. Je wilt via een rapportscherm een rapport printen.
  2. Stel de gewenste filters en sortering in.
  3. Klik bovenin het scherm op .
  4. Vul de velden in.

    Veld

    Omschrijving

    Geef een naam op waaronder u de instellingen wilt bewaren:Typ hier een naam in, waaronder deze rapportinstellingen moeten worden bewaard.
    Geef je een al bestaande naam op, dan wordt die instelling overschreven. Je krijgt nog wel eerst een bevestigingsvraag.
    Het rapport toegankelijk maken voor alle gebruikers.Kies voor deze optie als je wilt dat alle collega’s deze rapportinstellingen mogen gebruiken.
  5. Klik op “OK”.
 Klik op  om een bewaarde rapportinstelling uit de lijst te verwijderen.Je krijgt nog wel eerst een bevestigingsvraag.



Onderin een rapportscherm zie je de rubriek “Uitvoer”. Hierin stel je de wijze van printen en de te gebruiken printer in.

  1. Vink in de rubriek “Uitvoer” de velden aan; voor zover van toepassing. Je kunt meerdere mogelijkheden tegelijk aanvinken.


    Optie

    Omschrijving

    SchermHet rapport wordt op het beeldscherm getoond.
    PrinterHet rapport wordt naar de standaard printer gestuurd.
    Opmaken voor printerAls je voor deze optie kiest, worden de opmaakmogelijkheden van de printer gebruikt. Het rapport op je beeldscherm zal meestal minder mooi zijn, omdat de lettertypes van de printer andere tekenafstanden hebben dan de schermlettertypen. Het voordeel is echter dat je vanuit het rapport op het beeldscherm alsnog kunt kiezen om het rapport naar de printer te sturen.
    BestandHet rapport wordt als bestand opgeslagen op de locatie, die je via  achter het veld kiest.
  2. In de rubriek “Informatie” zie je, op welk papierformaat voor dit rapport staat ingesteld en welke printer geselecteerd is.
  3. Kies zo nodig een andere printer: klik op “Printer”.
  4. Vul de velden in de rubriek “Printer” in; voor zover van toepassing.

    Velden

    Omschrijving

    Naam:Selecteer zo nodig een andere printer.
    “Eigenschappen”Klik hierop als je bij de geselecteerde printer nog zaken als kleurendruk, papierkeuze, dubbelzijdig printen etc. wil instellen. Welke mogelijkheden je hebt, is afhankelijk van de geselecteerde printer.
    Naar bestandVink dit aan als je het rapport vanuit dit scherm als bestand wilt printen.
  5. Vul de velden in de rubriek “Afdrukbereik” en “Aantal” in; voor zover van toepassing.


    Veld

    Omschrijving

    AllesDit veld is standaard aangevinkt. Je kunt dit niet wijzigen.
    Aantal exemplaren:Typ hier het aantal exemplaren dat je wilt printen in.
    SorterenKies voor deze optie als je meerdere exemplaren wilt en de exemplaren alvast gesorteerd wilt hebben.
  6. Klik op “OK” om de instellingen te bewaren en het scherm te sluiten.

Dit overzicht geeft veel pagina’s.

Maar als je goed naar het overzicht kijkt, dan tref je daarin veel grootboekposten aan die te maken hebben met het declareren (debiteuren en omzet). Deze afzonderlijke posten zijn voor een accountant in het algemeen niet interessant. Hij wil immers alleen maar weten wat de totale omzet is én het totaal aan openstaande debiteuren. En die gegevens kan hij uit de balans en verlies/winst halen.

Om dus een kleinere hoeveelheid papier te krijgen kun je ook een selectie opgeven van af te drukken grootboekrekeningen. Bijvoorbeeld, grootboekrekeningen 1..1309|1330..7999|8002..9999. Als je dit bereik opgeeft dan worden de grootboekrekeningen met nummers 1310 tot en met 1319, 8000 en 8001 niet afgedrukt. Deze grootboekrekeningen staan dan voor de debiteuren en omzet (hiermee is ook weer het belang van logische nummers aangetoond!).

  1. Klik op menu [Rapporten], [Financieel], [Rekeningoverzicht…].
  2. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  3. Stel zo nodig filters in op tabblad “1. Opties” en tabblad “2. Grootboekposten”.
  4. Stel zo nodig het soort uitvoer in.
  5. Klik op “OK”; het rapport wordt afgedrukt zoals je bij de rubriek “Uitvoer” hebt ingesteld.
  6. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  7. Sluit het scherm (“ESC” of ).

Je kunt het overzicht ook afdrukken via menu [Financieel], [Boekhouding], [Grootboek], klik op “Printen”, “Rekeningoverzicht…”.

In veel velden kun je gebruik maken van filtertekens. Met deze tekens kun je een specifiek filter toepassen.

Als je bijvoorbeeld alleen patiënten uit een bepaald postcodegebied in de patiëntenlijst wilt zien, filter je de kolom “PCode”. In het veld “Filter” vul je het gewenste postcodegebied in. Om meerdere postcodes te bekijken, moet je aangeven dat je bijvoorbeeld van postcode 2800 AA tot en met 2900 ZZ wil zien. Daarvoor gebruik je een zogenaamd filterteken. In onderstaand voorbeeld blijft een lijst over van patiënten, die een postcode hebben die ligt tussen 2800 AA tot en met 2900 ZZ; aangegeven door “2800 AA..2900 ZZ”.

De filtertekens, met hun betekenis, staan in onderstaande tabel. Bij elk filterteken is een voorbeeld gegeven van mogelijke filters in de patiëntenlijst, in de kolom “Pcode”.

 

In het voorbeeld zijn de postcodes beschreven als 4 cijfers met 2 letters, gescheiden door een spatie. Je kunt een postcodegebied van 1200 AA tot en met 1200 ZZ ook beschrijven als “1200”.

Filter

Betekenis

Voorbeeld

A..D

A tot en met D

“1200 AA..1240 ZZ” levert een lijst op met alle patiënten die een postcode hebben in het postcodegebied van 1200 AA tot en met 1240 ZZ hebben.

A|B

A of B

“1200 AB|1205 AB|1210 AB|1260 AB” levert een lijst op met alle patiënten die 1200 AB, 1205 AB, 1210 AB of 1260 AB als postcode hebben.

<A

Kleiner dan A

“<2000 AA” levert een lijst op met alle patiënten die een postcode kleiner dan 2000 AA hebben.

>A

Groter dan A

“>2000 AA” levert een lijst op met alle patiënten die een postcode groter dan 2000 AA hebben.

<=A

Kleiner of gelijk aan A

“<=2000 AA” levert een lijst op met alle patiënten die een postcode kleiner of gelijk aan 2000 AA hebben.

>=A

Groter of gelijk aan A

“>=2000 AA” levert een lijst op met alle patiënten die een postcode groter of gelijk aan 2000 AA hebben.

<>A

Alles behalve A

“2000 AA” levert een lijst op met alle patiënten die een postcode hebben die niet gelijk is aan 2000 AA.

A*

Alles dat start met een A

“2000*” levert een lijst op met alle patiënten die een postcode hebben die start met 2000.

 Een handige toepassing is bijvoorbeeld bij het zoeken naar een achternaam. Was het Jansen of Janssen? Filter de kolom achternaam dan op “Jans*”. Je krijgt dan alle Jansen en Janssen als resultaat (maar natuurlijk ook “Jansma” etc.).

A?

Alles dat start met een A met één willekeurig volgend teken

“2000 ?Z” levert een lijst op met alle patiënten die een postcode hebben in het postcodegebied van 2000 ?Z, waarbij ? staat voor een willekeurige letter.  

 Een handige toepassing is bijvoorbeeld bij het zoeken naar wie deze maand 18 jaar wordt. Filter de kolom geboortedatum dan bijvoorbeeld op “??-02-2001”.
Een andere toepassing is het zoeken naar een specifieke klacht in de behandelserielijst. Filter de kolom verwijsdiagnose bijvoorbeeld op “00??54” voor alle COPD klachten of “00??72” voor alle CVA klachten.

 

Je kunt ook meerdere filtertekens achter elkaar gebruiken, bijvoorbeeld “5000 AA..5500 ZZ|7000 AA..7500 ZZ”. Dit levert een lijst op met alle patiënten die een postcode hebben van 5000 AA tot en met 5500 ZZ of 7000 AA tot en met 7500 ZZ.

 

De filtertekens werken ook in de meeste velden waar een datum ingegeven moet worden. Zo kun je bij het boeken van afspraken, de afspraken boeken vóór een bepaalde datum: “<31-1-2019”, of afspraken boeken van een bepaalde maand: “1-1-2019..31-1-2019”.

 

Filtertekens kun je ook in andere lijstschermen gebruiken. Zo kun je bijvoorbeeld in het scherm “Artsen” alle artsen binnen een bepaald postcodegebied filteren.

Op de balans treft de boekhouder een totaalbedrag aan bij de grootboekrekeningen voor debiteuren. Bij de afdruk van de balans zal hij dan wel een overzicht willen zien van de debiteuren die bij de jaarovergang nog een bedrag aan je verschuldigd waren.

Dit overzicht toont per debiteur het bedrag dat totaal nog aan declaraties open staat. Het eindbedrag van dit overzicht moet corresponderen met de optelsom van de debiteuren op de balans.

Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens. 

Je kunt een overzicht afdrukken van het totale openstaande bedrag aan declaraties van een debiteur.

  1. Klik op menu [Rapporten], [Financieel], [Debiteuren], [Saldilijst…].
  2. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  3. Stel zo nodig filters in op tabblad “1. Opties” en “2. Debiteurenposten”.
  4. Stel zo nodig het soort uitvoer in.
  5. Klik op “OK”; het rapport wordt afgedrukt zoals je bij de rubriek “Uitvoer” hebt ingesteld.
  6. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  7. Sluit het scherm (“ESC” of ).
  1. Klik op menu [Rapporten], [Financieel], [Debiteuren], [Saldilijst…].
  2. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  3. Stel zo nodig het filter in op tabblad “1. Opties”.

    Veld

    Omschrijving

    Tot en met datum:Typ de datum in tot en met wanneer je een overzicht wil printen of gebruik de kalender via .
  4. Klik op tabblad “2. Debiteurenposten”.
  5. Stel zo nodig filters in op tabblad “2. Behandelingen”.
     Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens. 

    Veld

    Omschrijving

    Soort debiteur:Klik op  en kies of je de debiteur “Verzekeraar”, “Patient” en/of “Instelling” wil meenemen in het overzicht.
    Debiteur:Klik op  en dubbelklik op de debiteur die je wil meenemen in het overzicht.
  6. Stel zo nodig het soort uitvoer in (zie onderaan deze uitleg).
  7. Klik op “OK”; het rapport wordt afgedrukt zoals je bij de rubriek “Uitvoer” hebt ingesteld.
  8. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  9. Sluit het scherm (“ESC” of ).

De ingestelde filters en sortering kun je bewaren voor als je een rapport nogmaals wilt afdrukken.

  1. Je wilt via een rapportscherm een rapport printen.
  2. Stel de gewenste filters en sortering in.
  3. Klik bovenin het scherm op .
  4. Vul de velden in.

    Veld

    Omschrijving

    Geef een naam op waaronder u de instellingen wilt bewaren:Typ hier een naam in, waaronder deze rapportinstellingen moeten worden bewaard.
    Geef je een al bestaande naam op, dan wordt die instelling overschreven. Je krijgt nog wel eerst een bevestigingsvraag.
    Het rapport toegankelijk maken voor alle gebruikers.Kies voor deze optie als je wilt dat alle collega’s deze rapportinstellingen mogen gebruiken.
  5. Klik op “OK”.
 Klik op  om een bewaarde rapportinstelling uit de lijst te verwijderen.Je krijgt nog wel eerst een bevestigingsvraag.

Onderin een rapportscherm zie je de rubriek “Uitvoer”. Hierin stel je de wijze van printen en de te gebruiken printer in.

  1. Vink in de rubriek “Uitvoer” de velden aan; voor zover van toepassing. Je kunt meerdere mogelijkheden tegelijk aanvinken.


    Optie

    Omschrijving

    SchermHet rapport wordt op het beeldscherm getoond.
    PrinterHet rapport wordt naar de standaard printer gestuurd.
    Opmaken voor printerAls je voor deze optie kiest, worden de opmaakmogelijkheden van de printer gebruikt. Het rapport op je beeldscherm zal meestal minder mooi zijn, omdat de lettertypes van de printer andere tekenafstanden hebben dan de schermlettertypen. Het voordeel is echter dat je vanuit het rapport op het beeldscherm alsnog kunt kiezen om het rapport naar de printer te sturen.
    BestandHet rapport wordt als bestand opgeslagen op de locatie, die je via  achter het veld kiest.
  2. In de rubriek “Informatie” zie je, op welk papierformaat voor dit rapport staat ingesteld en welke printer geselecteerd is.
  3. Kies zo nodig een andere printer: klik op “Printer”.
  4. Vul de velden in de rubriek “Printer” in; voor zover van toepassing.

    Velden

    Omschrijving

    Naam:Selecteer zo nodig een andere printer.
    “Eigenschappen”Klik hierop als je bij de geselecteerde printer nog zaken als kleurendruk, papierkeuze, dubbelzijdig printen etc. wil instellen. Welke mogelijkheden je hebt, is afhankelijk van de geselecteerde printer.
    Naar bestandVink dit aan als je het rapport vanuit dit scherm als bestand wilt printen.
  5. Vul de velden in de rubriek “Afdrukbereik” en “Aantal” in; voor zover van toepassing.


    Veld

    Omschrijving

    AllesDit veld is standaard aangevinkt. Je kunt dit niet wijzigen.
    Aantal exemplaren:Typ hier het aantal exemplaren dat je wilt printen in.
    SorterenKies voor deze optie als je meerdere exemplaren wilt en de exemplaren alvast gesorteerd wilt hebben.
  6. Klik op “OK” om de instellingen te bewaren en het scherm te sluiten.